20 30

Relevante ontwikkelingen

Lees hier de meest relevante ontwikkelingen die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van BN2030.

Evaluatie BN2020

Om vast te stellen hoe BN2020 uitpakt in de praktijk, welke effecten het sorteert en welke toekomstige ontwikkelingen van invloed zijn op BN2030 is BN2020 in de periode van april tot juli 2022 geëvalueerd. Deze evaluatie bestond uit kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Er is een vragenlijst verstuurd naar alumni, docenten, praktijkbegeleiders en leidinggevenden. Ook hebben er ronde tafelbijeenkomsten plaatsgevonden, waarbij de brancheverenigingen, de beroepsorganisatie V&VN, de overheid, de MBO Raad, het BN2020-netwerk, diverse vakgenoten, lectoren en hoogleraren waren uitgenodigd. Uit het evaluatieonderzoek zijn de volgende thema’s naar voren gekomen die een plaats hebben gekregen in BN2030:

  • Focus op positieve gezondheid en preventie
  • Klinisch redeneren en verpleegkundig leiderschap
  • Persoonlijk leiderschap en persoonlijke ontwikkeling
  • Inhoudelijke thema’s zoals: zorgtechnologie, duurzaamheid, innovatie en verandermanagement.

Ontwikkelingen in gezondheidszorg en maatschappij

De maatschappij is voortdurend in beweging. Er zijn veel ontwikkelingen die de gezondheidszorg en het gezondheidszorgonderwijs beïnvloeden. Eén van deze ontwikkelingen is de houdbaarheid van de gezondheidszorg die onder druk staat. Demografisch is er sprake van een ‘dubbele vergrijzing’, waarbij de groep ouderen in omvang toeneemt en de gemiddelde leeftijd stijgt. dit draagt bij aan een toename van multimorbiditeit. Door toenemende welvaart, toenemende technologische mogelijkheden, demografische ontwikkelingen en meer nadruk op preventie, is het gebruik en daarmee de druk op de gezondheidszorg toegenomen. Niet voor iedereen is de gezondheidszorg toegankelijker geworden. Bovendien groeit het huidige tekort aan verpleegkundigen.
Een andere ontwikkeling betreft aandacht voor de vitale burger en een gezonde economie, waarbij preventie centraal staat met als doel langer leven met minder gezondheidsverschillen
Op het gebied van behoud van verpleegkundigen blijkt uit onderzoek dat communicatieve competenties essentieel zijn om in de complexe beroepspraktijk staande te blijven. Daarnaast zijn het managen van verwachtingen, een goede landing en begeleiding van een startende beroepsbeoefenaar in de beroepspraktijk van belang.

We zien daarnaast de volgende ontwikkelingen die een plek hebben gekregen in het opleidingsprofiel BN2030.

 

Verpleegkundig leiderschap

De ontwikkelingen in de gezondheidszorg volgen elkaar snel op. Dit vraagt van de bachelor verpleegkundige besluitvaardigheid en een vanzelfsprekende houding als gelijkwaardig gesprekspartner in professioneel overleg: verpleegkundig leiderschap.
Wat is nodig voor de ontwikkeling van leiderschap?
Persoonlijke ontwikkeling: bewustwording van jezelf in relatie tot het beroep van verpleegkundige;
Professionele ontwikkeling: ontwikkelen eigen beroepsidentiteit om te kunnen samenwerken en
Zeggenschap en positioneren als verpleegkundige in een organisatie.

Probleemoplossend vermogen

In het opleidingsprofiel BN2030 wordt benadrukt dat studenten de basis leren van probleemoplossend vermogen om de regie te kunnen voeren in de intraprofessionele samenwerking én in de interprofessionele samenwerking met andere professionals in de beroepspraktijk. Wij zien probleemoplossend vermogen als een combinatie van vier verschillende kernbegrippen: regie voeren, klinisch redeneren, duurzaam innoveren (inclusief zorgtechnologie) en onderzoekend vermogen.

Preventie

In het opleidingsprofiel BN2030 schuift het accent in het werk van de verpleegkundige op van vooral curatieve naar ook duidelijk herkenbare preventieve taken. De verpleegkundige is bekend met universele, selectieve, geïndiceerde en zorg gerelateerde preventie. In de dagelijkse praktijk gaat het daarbij om het bevorderen van herstel, maar ook om het voorkomen van (zwaardere) zorg. Gezondheidsbevordering en preventie staan nadrukkelijk in de schijnwerpers vanwege de introductie van de begrippen ‘positieve gezondheid’ en ‘gezond gedrag’.